Als strengere coronamaatregelen nodig zijn, zouden het primair en voortgezet onderwijs daarvan moeten worden uitgezonderd. Dat vindt het Outbreak Management Team (OMT).
‘Er is (…) één onderdeel van de samenleving waarbij het OMT nieuwe beperkende maatregelen wil vermijden en dat is het primair en voortgezet onderwijs’, zo staat in het 130e OMT-advies aan het demissionaire kabinet. Het OMT motiveert dit door erop te wijzen dat er ’toenemend wetenschappelijk bewijs is voor schade aan de ontwikkeling van kinderen als zij sociale schoolcontacten en onderwijs ontberen’.
Tegelijk stelt het OMT vast dat schoolkinderen tot 12 jaar vaak betrokken zijn in uitbraken en clusters van coronagevallen. ‘Dat zal deels komen doordat kinderen onder de leeftijd van 12 niet gevaccineerd zijn en zonder beperkingen met elkaar contact hebben. Deze situatie vraagt om zorgvuldigheid en extra aandacht van de ouders en leerkrachten om te voorkómen dat een keten van infecties kan uitbreiden naar hen, en bijvoorbeeld naar kwetsbare grootouders.’ Het is daarom van groot belang, zo benadrukt het OMT, ‘dat ook kinderen in de basisschoolleeftijd thuisblijven en testen bij klachten en dat zij in quarantaine gaan als een huisgenoot of overig nauw contact positief getest is’.
Als blijkt dat schoolkinderen een groter besmettingsgevaar gaan vormen voor andere leeftijdsgroepen, is het mogelijk dat het OMT toch adviseert om in het onderwijs aanvullende coronamaatregelen te nemen.