Minister Jet Bussemaker en staatssecretaris Sander Dekker van OCW hebben er vertrouwen in dat het aantal schoolbestuurders met een bezoldiging boven de norm de komende jaren gaat dalen. Dat schrijven ze in een brief aan de Tweede Kamer over de tweede monitor beloningscodes/cao’s.
Het doel van deze monitor is te kunnen vaststellen in hoeverre zelfregulering door middel van beloningscodes en bestuurders-cao’s werkt. ‘Het algemene beeld is’, zo schrijven Bussemaker en Dekker, ‘dat in vergelijking met de nulmeting de beloningen meer in lijn liggen met de in de cao’s of beloningscodes vastgestelde criteria.’ Uit de monitor blijkt dat in het primair en voortgezet onderwijs 2,5 procent van de bestuurders meer krijgt dan de Wet normering topinkomens toestaat.
Ze benadrukken dat de monitor een macrobeeld geeft en niet ingaat op beloningen van individuele bestuurders. Een te hoge beloning mag vier jaar worden gerespecteerd. Daarna moet de beloning in drie jaar worden teruggebracht tot het geldende maximum. Uiterlijk in 2020 moeten alle bestuurders hun beloning onder het maximum volgens de Wet normering topinkomens hebben gebracht. In gevallen waar dat dan niet zo is, zal de Inspectie van het Onderwijs handhavend optreden.
De minister en de staatssecretaris schrijven dat veel bestuurders hun morele verantwoordelijkheid hebben genomen om hun beloning vrijwillig versneld onder het sectorale maximum te brengen. ‘Wij hebben er dan ook vertrouwen in dat het aantal bestuurders met een bezoldiging boven de norm de komende jaren gaat dalen’, aldus Bussemaker en Dekker.
Toezichthouders
De monitor gaat ook in op de bezoldiging van toezichthouders. In het primair onderwijs krijgt een toezichthouder gemiddeld 3175 euro per jaar. In het voortgezet onderwijs is dat 3530 euro. Voorzitters van raden van toezicht krijgen gemiddeld 12.342 respectievelijk 13.722 euro per jaar.
De aangepaste Wet normering topinkomens bepaalt dat de bezoldiging voor leden en voorzitters van de hoogste toezichthoudende organen van een rechtspersoon of instelling ten hoogste 10 respectievelijk 15 procent bedraagt van de voor die rechtspersoon of instelling geldende maximale bezoldiging. Voorheen was dat 5 respectievelijk 7,5 procent.
VOS/ABB adviseert om interne toezichthouders in het primair en voortgezet onderwijs een vrijwilligersvergoeding te geven of daar net iets boven te gaan zitten. Verruiming van de bezoldiging op basis van de WNT2 vindt VOS/ABB niet verstandig.