OCW-minister Van Engelshoven neemt maatregelen om de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) van het mbo te versterken. Een daarvan is voorlichting om ouders van vmbo-eindexamenkandidaten te wijzen op de kansen die de bbl biedt.
Dit meldt de minister deze week in een brief aan de Tweede Kamer over de daling van het aantal bbl-plekken in onder meer de techniek. In die brief staan ook de conclusies van een onderzoek gedaan door het Expertisecentrum Beroepsonderwijs naar de redenen van die daling. Het blijkt dat de belangrijkste reden is dat de meeste vmbo-leerlingen met een diploma theoretische leerweg (tl) kiezen voor de beroepsopleidende leerweg (bol) en niet voor de bbl-route. Bovendien groeit het aandeel leerlingen dat vmbo-tl volgt.
Minder bbl-plekken door crisis
Een tweede reden is de economische crisis van de afgelopen jaren, waardoor bedrijven minder leer-werkplekken beschikbaar hadden. Alleen de metaalsector is erin geslaagd om boven de markt op te leiden via bedrijfstakscholen, waar leerlingen een bbl-opleiding konden volgen in plaats van bij een individuele werkgever. Ook nu de crisis voorbij is, neemt het bedrijfsleven nog weinig nieuwe bbl-leerlingen aan. Bedrijven zijn nog voorzichtig. De minister verwacht echter dat het aantal bbl-leerlingen de komende tijd gaat groeien ‘nu de economische groei meer duurzaam blijkt.’
De afgelopen jaren heeft OCW al ingezet op het vergroten van het aantal bbl-plekken op niveau 2 van het mbo, waar ook de grootste daling zat. Ook is er een voorlichtingsbrief gestuurd aan ouders van vmbo-eindexamenkandidaten, om hen te wijzen op de kansen die een bbl-opleiding biedt. De minister kondigt verder aan dat ze dit voorjaar komt met een beleidsreactie over de toekomst van het beroepsonderwijs, naar aanleiding van een eerder SER-advies van september 2017. Daarin zal ze ook aandacht besteden aan ‘de (maatschappelijke) kosten en baten van de bbl, met specifieke aandacht voor de kosten en baten aan de zijde van de werkgever.’