Het kabinet heeft ermee ingestemd het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) met twee jaar te verlengen. Onderwijsminister Dennis Wiersma sprak zich daar eerder al positief over uit. Naar nu blijkt, krijgen middelbare scholen in 2022-2023 een hoger bedrag per leerling dan in het huidige schooljaar.
Het NPO is bedoeld om leerachterstanden door de sluiting van scholen tijdens de coronapandemie in te halen. In februari 2021 werd bekend dat voor de periode 2021-2023 een extra bedrag van 8,5 miljard euro beschikbaar kwam. Van dat bedrag is in totaal 5,8 miljard euro bestemd voor het primair en voortgezet onderwijs.
De basisscholen ontvangen dit schooljaar gemiddeld 180.000 euro per school extra. De middelbare scholen kunnen dit schooljaar rekenen op gemiddeld ruim 1,3 miljoen euro extra per school. Als scholen veel leerlingen hebben met minder kansen, dan krijgen die scholen verhoudingsgewijs meer geld.
Het probleem is dat veel scholen niet al het geld binnen de gestelde termijn kunnen besteden, bijvoorbeeld doordat ze onvoldoende personeel kunnen aantrekken om de corona-leerachterstanden weg te werken. Ze gaven daarom aan dat de looptijd moest worden verlengd, het liefst met twee jaar. Het kabinet heeft daar nu mee ingestemd.
Meer geld naar middelbare scholen
Wiersma meldt dat uit onderzoek blijkt dat scholen in het voortgezet onderwijs een hoger bedrag per leerling nodig hebben. Middelbare scholen zijn langer dicht geweest dan basisscholen en dat heeft ertoe geleid dat de vertragingen in het voortgezet onderwijs groter zijn. Het basisbedrag per leerling in het voortgezet onderwijs is volgend schooljaar daarom circa 820 euro, voor het primair onderwijs is dit 500 euro per leerling.