Het aantal voortijdig schoolverlaters (vsv’ers) in het voortgezet onderwijs, voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo) en middelbaar beroepsonderwijs (mbo) is nog steeds te hoog. Dat meldt minister Eppo Bruins van OCW in een brief aan de Tweede Kamer.
In het mbo ziet Bruins een positieve ontwikkeling. Daar is in 2023-2024 het aantal vsv’ers met 1.978 afgenomen ten opzichte van het studiejaar ervoor (van 24.286 naar 22.308). ‘Daarmee lijkt het tij verder te keren in het mbo: de daling die al was ingezet, zet verder door’, aldus Bruins.
In het voortgezet onderwijs zijn in 2023-2024 echter 1.444 meer vsv’ers dan het schooljaar ervoor (van 4.698 naar 6.142). Het vavo laat een stabiel beeld zien. Daar ligt het aantal vsv’ers in 2022-2023 op 717 en in 2023-2023 op 713.
Ondanks de daling in het mbo, is de totale opgave dus nog steeds groot, concludeert Bruins. Het totale aantal vsv’ers in het voortgezet onderwijs, vavo, en mbo kwam in 2023-2024 uit op 29.163. Dat ligt nog ver af van de doelstelling van maximaal 18.000 in 2026, zo staat in zijn brief aan de Tweede Kamer.