Het onderwijs behoort met de zorg en de dienstverlening nog steeds tot de sectoren met de meeste deeltijders. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van cijfers over het jaar 2021.
‘Over het algemeen lag bij de dienstverlenende, de pedagogische en de zorg- en welzijnsberoepen het percentage deeltijdwerkers het hoogst in 2021. Deze drie beroepsklassen hadden in 2013 ook het hoogste percentage deeltijdwerkers’, aldus het CBS. Twee op de drie mensen met een pedagogisch beroep (66,2%) werkten vorig jaar in deeltijd. Kassamedewerkers werkten het vaakst in deeltijd: 94%.
Dat in het onderwijs relatief veel mensen in deeltijd werken, hangt samen met het feit dat het een sector is met veel vrouwen. Die hebben over het algemeen minder uren betaald werk dan mannen. Gerekend over de gehele beroepsbevolking werkt 70% van de vrouwen in deeltijd. Bij de mannen is dat 28%.
Managers en boeren
In 2021 werkten managers het vaakst voltijds, terwijl mensen in agrarische beroepen het vaakst meer dan 40 uur per week werkten (vooral veetelers). Van de agrariërs die meer dan 40 uur per week werkten, was een groot deel werkzaam als zelfstandige (82%) en was het merendeel man, meldt het CBS.