Er was geen wettelijke grond voor het besluit om het bestuur van het islamitische Cornelius Haga Lyceum in Amsterdam te vervangen, vindt de Raad van State. Daarmee bevestigt de raad een eerder oordeel van de bestuursrechter in Amsterdam.
De vorige onderwijsminister Arie Slob besloot in 2019 dat de Stichting Islamitisch Onderwijs Nederland het bestuur van het Cornelius Haga Lyceum moest vervangen. Hij voerde daar twee redenen voor aan: de school zou te weinig doen op het gebied van burgerschap en sociale integratie én er zou sprake zijn van financieel wanbeheer.
De bestuursrechter stelde in 2020 dat Slob te ver was gegaan. Hij wees erop dat scholen een grote vrijheid hebben bij het invullen van hun burgerschapsopdracht. Ook kon volgens de rechter niet worden gesteld dat er sprake zou zijn van algeheel financieel wanbeleid. Hij oordeelde dat de minister het besluit om de bestuurders te vervangen moest terugdraaien.
Slob ging in hoger beroep tegen de uitspraak, maar de Raad van State stelt nu de bestuursrechter in het gelijk.