Het nieuwe toezicht van de inspectie maakt meer reflectie mogelijk. Dit stelt directeur-bestuurder Bert Dekker van Stichting Proominent voor openbaar en algemeen toegankelijk primair onderwijs in Ede en omgeving.
‘Bij mijn aantreden als directeur-bestuurder in Ede bleek één van de scholen in zwaar weer te verkeren. Op de school waren flexibele onderwijstijden ingevoerd, zonder goed te zijn voorbereid. Het onderwijs raakte flink onder de maat’, aldus Dekker in een interview in het Jaarbeeld 2015 van de Inspectie van het Onderwijs.
‘De Raad van Toezicht en directie bespraken met de inspectie de bevindingen. Voor ons was snel duidelijk: we gaan hier ingrijpen. We gunnen kinderen een school waarop ze daadwerkelijk wat leren. Uiteindelijk wijzigde 80 procent van het team. Tegelijkertijd vertrok 30 procent van de leerlingen. Want een keerzijde van dergelijk ingrijpen is de imagoschade. En die dreunt lang na.’
Inspectie treedt professioneel op
‘De goede keerzijde? Vanaf de koerswijziging ging de discussie alleen nog maar over kwaliteit van onderwijs. En dan voer je ook de juiste dialoog met elkaar. Wat is goed onderwijs en hoe richt je dat in? De tevredenheid over de school is inmiddels gestegen en de kinderen leren weer. De inspecteur trad bijzonder professioneel op in dit traject.’
‘Vier scholen kregen inspectietoezicht in de nieuwe pilot. De onderwijsinspectie nam deze teams zeer professioneel mee in de reflectie, zonder tips of adviezen te geven. De verantwoordelijkheid voor de oplossing ligt echt bij de school. De door de school gevonden verbetering wordt echt doorleefd.’
‘Het nieuwe toezicht, waaraan we in 2015 deelnamen, zie ik dan ook als bijzonder positief. Het zorgt ervoor dat de inspecteur nog meer kan inzetten op reflectief toezicht, toegespitst op de context waarin de school zich bevindt’, aldus Dekker.