De nieuwe onderwijsvisie van D66 lijkt sterk op het verkiezingsprogramma uit 2017: samen naar school, kansengelijkheid, brede scholen en opvang voor alle kinderen zijn elementen die D66 ook nu benadrukt. Het is mooi dat dit allemaal terugkomt. Dat geldt ook voor de wettelijke verankering van acceptatieplicht, maar het is jammer dat D66 een herziening van grondwetsartikel 23 niet meer benoemt. Ronduit onzalig is het idee van D66 om het geld voor onderwijs direct aan de scholen te geven. Dat zal leiden tot minder efficiency en dus hogere kosten.
Het element ‘samen naar school’ komt zowel in het verkiezingsprogramma uit 2017 als in de nieuwe onderwijsvisie terug. De nieuwe visie van D66 is dat de school veel meer is dan alleen de plek waar een kind leert lezen en schrijven. ‘Het is een plek waar je de wereld en jezelf leert kennen: waar je goed in bent, wat je interessant vindt en hoe je met anderen omgaat. En daarmee is het de plek waar de toekomstige samenleving zich vormt. Alleen met onderwijs hebben we de kans de toekomst te veranderen. Door kinderen samen te laten opgroeien, elkaars verschillen te accepteren en elkaars talenten te zien. Door ieder kind het beste onderwijs te geven en zich optimaal te laten ontwikkelen.’
Het is buitengewoon positief dat D66 dit zo stelt, want dit sluit naadloos aan op de kernwaarden gelijkwaardigheid, vrijheid en ontmoeting van de openbare en algemeen toegankelijke scholen.
Naar inclusiever onderwijs
‘Samen naar school’ komt ook terug in de steun van D66 voor de mede door VOS/ABB in gang gezette beweging Naar inclusiever onderwijs. ‘D66 wil de weg inslaan naar inclusief onderwijs: elke school en opvang is toegankelijk voor alle kinderen. Niet langer kinderen gescheiden van elkaar laten opgroeien, maar samen spelen en leren. Dit is goed voor de brede ontwikkeling van kinderen én goed voor de samenleving als geheel.’ De beweging Naar inclusiever onderwijs is nieuw en stond dus nog niet in 2017 in het verkiezingsprogramma. VOS/ABB is blij met de aandacht die D66 voor deze beweging heeft.
Wat verder opvalt, is dat D66 acceptatieplicht wettelijk wil verankeren, maar dat de partij artikel 23 van de Grondwet over de vrijheid van onderwijs niet meer expliciet benoemt. In 2017 meldde D66 nog het politieke debat te willen aangaan om op basis van het beginsel van de scheiding van kerk en staat artikel 23 te vernieuwen. In dat voorgestelde debat hadden onder meer wettelijke acceptatieplicht en het openbare karakter van de scholen aan bod moeten komen.
Geld direct naar scholen
Een ronduit onzalig idee van D66 is dat het geld voor onderwijs direct naar de scholen zou moeten gaan in plaats van naar de schoolbesturen, zoals nu het geval is. Dit plan werd nog niet genoemd in het verkiezingsprogramma uit 2017. Volgens de democraten weten niet de besturen, maar de leraren en de ouders het beste waar het geld aan moet worden besteed.
Als dit plan van D66 werkelijkheid wordt, zal het onderwijsgeld op een minder efficiënte wijze worden besteed dan nu het geval is. Daardoor zal het onderwijs onherroepelijk duurder worden. Schoolbesturen slagen er namelijk tegen geringe kosten in om het geld zo te besteden dat de scholen er zo goed mogelijk onderwijs mee kunnen verzorgen. Als het geld direct naar de scholen gaat en leraren en ouders over de besteding ervan gaan beslissen, ontstaan er in feite allemaal eenpitters. De ervaring leert dat eenpitters over het algemeen minder efficiënt met hun geld omgaan dan schoolbesturen met verschillende scholen onder zich.