SP en D66 willen bij wet vastleggen dat klassen in het basisonderwijs maximaal 29 leerlingen mogen hebben. Het gemiddelde zou in de loop van de tijd omlaag moeten naar 23. De socialisten en liberaal-democraten komen in aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2017 met een gezamenlijke initiatiefwet die dit moet regelen.
Het is al eerder geprobeerd om het maximum te verbinden aan klassen in het basisonderwijs, onder andere door door SP-Kamerlid Tjitske Siderius. Ook was er het burgerinitiatief Stop de overvolle klassen van de vakbond Leraren in Actie.
Deze initiatieven strandden in de Tweede Kamer. Staatssecretaris Sander Dekker van OCW liet in april van dit jaar in de Kamer weten dat hij geen maximumgrens aan het aantal leerlingen per klas zal stellen.
Omvang klas niet van bovenaf bepalen
Dekker wees er toen op dat de grootte van de klas niet per definitie invloed heeft op de kwaliteit van het onderwijs. Hij noemde die veronderstelling ‘een karikatuur’ en benadrukte dat de politiek in Den Haag niet van bovenaf met een maximumnorm moet komen. Een meerderheid in de Tweede Kamer steunde hem op dit punt.
PvdA-Tweede Kamerlid Loes Ypma zei dat ze klassen met meer dan 30 leerlingen ‘moeilijk uit te leggen’ vindt, maar ze zei ook dat als scholen daar een goede reden voor hebben ze voor grote klassen mogen kiezen. Karin Straus van de VVD zei dat het beter is om te investeren in de kwaliteit van leraren dan in kleine klassen. D66’er Paul van Meenen merkte op dat het bij het bestrijden van ‘plofklassen’ niet alleen gaat om extra geld, maar ook om minder regels en betere medezeggenschap voor ouders en leraren.
De PO-Raad noemde het burgerinitiatief ‘sympathiek’, maar zei ook het een taak van scholen te vinden en niet van de overheid om te besluiten over de grootte van klassen. ‘Groepsgrootte is immers maatwerk op schoolniveau’, aldus de sectororganisatie. VOS/ABB is het hiermee eens.
Ook AOb wil geen wettelijk maximum
De Algemene Onderwijsbond (AOb) liet weten weliswaar voor kleinere klassen te zijn, maar wilde ook geen maximum, dat bij de vorige poging op 23 was gesteld. ‘Als we 23 als maximum zouden eisen en leerling 24 meldt zich, dan moet een school de groep dus gaan splitsen, bijvoorbeeld tot twee keer twaalf. Met het risico dat een school financieel in de problemen komt. Dat moeten we niet willen’, aldus AOb-voorzitter Liesbeth Verheggen.
Ondanks alle bezwaren uit het onderwijs zelf en uit de politiek, onderneemt de SP nu met steun van D66 opnieuw een poging om bij wet vast te leggen dat er in het basisonderwijs een maximumaantal leerlingen per klas moet worden ingevoerd.