Er is op zich niets mee als een openbare school tijdens de ramadan een iftar organiseert. Dat is het standpunt van staatssecretaris Mariëlle Paul van OCW, zo blijkt uit antwoorden op vragen van de PVV.
De vragen waren afkomstig van de Tweede Kamerleden Geert Wilders en Nico Uppelschoten. Zij sloegen aan op het feit dat het openbare Einstein Lyceum in Rotterdam-Hoogvliet leerlingen de mogelijkheid gaf om deel te nemen aan een iftar (avondmaaltijd tijdens de vastenmaand ramadan), die gepaard zou gaan met islamitisch gebed.
Pluriformiteit
De staatssecretaris legt in haar reactie uit dat de wet bepaalt dat openbaar onderwijs wordt gegeven met eerbiediging van ieders godsdienst of levensovertuiging. ‘Ten aanzien van de neutraliteit van het openbaar onderwijs betekent dit twee dingen: dat er geen enkele religie of levensbeschouwing aan de basis van het openbaar onderwijs ligt (passieve neutraliteit) én dat in het openbaar onderwijs aandacht is voor de pluriformiteit van de in de samenleving levende overtuigingen (actieve neutraliteit).’
Het staat openbare scholen dus vrij, zo benadrukt Paul, om aandacht te besteden aan religieuze activiteiten. ‘Dit past bij de actieve neutraliteit van het openbaar onderwijs en bij de kerndoelen op basis waarvan alle scholen in het primair en voortgezet onderwijs verplicht zijn om aandacht te besteden aan geestelijke stromingen binnen onze samenleving.’
Neutraliteit
De staatssecretaris plaatst wel een belangrijke kanttekening: ‘Het is daarbij wel van groot belang dat het onderwijs niet doorslaat in de richting van één bepaalde religie en dat aan leerlingen geen religieuze handelingen worden opgelegd. Gebeurt dat toch, dan handelt de school in strijd met de wettelijke eisen ten aanzien van passieve neutraliteit. Als de Inspectie van het Onderwijs (…) dit constateert, zal zij de school hier op aanspreken.’