Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) ziet dat in Nederland sinds 1990 een groter aandeel van de bevolking hoger is opgeleid. Meer mensen hebben een havo- of vwo-diploma gehaald en het aantal mensen met een opleiding op hbo- of universitair niveau is verdubbeld. Een steeds kleiner deel van de bevolking heeft geen startkwalificatie.
Het SCP meldt in het rapport De sociale staat van Nederland ook dat meisjes/vrouwen het in het onderwijs beter zijn gaan doen dan jongens/mannen. In 1990 was 53 procent van de mensen met een diploma in het hoger onderwijs man en 47 procent vrouw, sinds de eeuwwisseling is die verhouding ongeveer 44 om 56 procent.
In het rapport staat verder dat Nederlanders met een migratieachtergrond nog altijd een onderwijsachterstand hebben, maar dat hun gemiddelde opleidingsniveau wel stijgt. Doordat ook het opleidingsniveau van autochtone Nederlanders omhoog gaat, blijft het verschil tussen autochtoon en allochtoon echter bestaan.
Een ander punt dat het SCP aanstipt, is dat de prestaties van de huidige generatie leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs slechter is voor met name wiskunde en rekenen dan vijftien tot twintig jaar geleden.