Uitbuiting van kinderen is een belangrijke maar vooralsnog onzichtbare pijler onder het verdienmodel van criminelen. Het betreft met name kwetsbare kinderen in de leeftijd van 12 tot 18 jaar. Dat meldt het Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel (CKM) op basis van een landelijke verkenning naar criminele uitbuiting in opdracht van het ministerie van Justitie en Veiligheid.
In totaal namen 1.637 leraren, jongerenwerkers, wijkagenten, leerplichtambtenaren en andere eerstelijnsprofessionals uit dertien steden deel aan het onderzoek. De helft van hen geeft aan in de afgelopen twee jaar in contact te zijn geweest met vermoedelijke slachtoffers.
Vier op de tien zien voornamelijk minderjarige slachtoffers, vooral in de leeftijd tussen 12 en 18 jaar oud. Zij worden tot verschillende soorten strafbare feiten gedwongen, zoals drugsdelicten, diefstal, ronselen voor de prostitutie en geldezel- en katvangerconstructies.
Er is nauwelijks zicht op het probleem. In de dertien onderzochte steden ging het volgens het CKM in de afgelopen twee jaar om ruim 2.500 vermoedelijke slachtoffers. In dezelfde periode waren er landelijk maar 68 slachtoffers bekend.
Kwetsbare leerlingen
Slachtoffers zijn vaak kwetsbare leerlingen die niet zelf om hulp kunnen of durven vragen. Zij zien zich niet als slachtoffer, zijn bang voor represailles van de daders of vrezen voor vervolging. Hierdoor kunnen zij lang in de uitbuitingssituatie blijven vastzitten. Als ze al in beeld komen, is dit vaak als dader in plaats van als slachtoffer.
Volgens het CKM ronselen criminelen actief, onder andere bij basisscholen en scholen voor praktijkonderwijs. Soms worden slachtoffers met geweld tot de criminaliteit gedwongen, maar vaak het om subtiele vormen van dwang.