De Tweede Kamer is tegen een motie die erop was gericht om een herverdeling van onderwijsachterstandsgeld tegen te houden. Dit is een tegenvaller voor de vier grote steden.
De motie stond in het kader van de Wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie (Wet OKE) en was ingediend door de Kamerleden Paul van Meenen (D66) en Tjitske Siderius (SP). Zij constateerden dat staatssecretaris Sander Dekker van OCW met een herverdeling van het onderwijsachterstandsgeld in feite een bezuiniging uitvoert.
Bij de herverdeling zoals Dekker die voor zich ziet, krijgen de grote steden minder onderwijsachterstandsgeld en het platteland verhoudingsgewijs meer. De herverdeling heeft vooral in de vier grote steden tot verontwaardigde reacties geleid. De Rotterdamse CDA-onderwijswethouder Hugo de Jonge beschuldige Dekker in dit kader van onverschilligheid en cynisme. Rotterdam zou 10 miljoen euro moeten inleveren.
Er is wel een andere motie aangenomen waarin wordt gepleit voor een onderzoek naar ‘welke middelen nodig zijn voor een effectief en landelijk dekkend vve-aanbod voor alle doelgroepkinderen’. Deze motie was ingediend door onder anderen Keklik Yücel van de PvdA. Wethouder De Jonge ziet hierin een voorlopige afwending van de korting op de voorschool in zijn gemeente, zo meldt hij op Twitter.