Onderwijsminister Dennis Wiersma zet het advies van bureau BMC over een landelijke norm voor basisondersteuning bij het oud papier. Dat laat hij weten in de brief Samen de schouders onder passend onderwijs.
Het ministerie van OCW had BMC gevraagd onderzoek te doen naar en een advies op te stellen over een landelijke norm voor basisondersteuning in het basis-, voortgezet en gespecialiseerd onderwijs. Een van de adviezen was om de landelijke norm te verbinden aan de sectorale onderzoekskaders. In het verlengde daarvan adviseerde BMC de landelijke norm te gebruiken als referentiekader om een professionele dialoog te stimuleren over de kwaliteit van de basisondersteuning binnen scholen en tussen samenwerkingsverbanden en scholen.
Tijd en geld voor professionalisering
BMC kwam onder andere ook met het advies aan het ministerie om met samenwerkingsverbanden, schoolbesturen en scholen te verkennen hoe de landelijke norm ingezet kan worden als zelfevaluatie-instrument voor de kwaliteit van de basisondersteuning. Daarnaast kreeg OCW het advies om met samenwerkingsverbanden en schoolbesturen een belangrijke faciliterende rol te spelen door het beschikbaar stellen van tijd en geld voor professionalisering.
‘Als onderwijsprofessionals geen tijd en ruimte krijgen, zal de landelijke norm voor basisondersteuning verworden tot niet meer dan een papieren tijger. Dit draagt niet bij aan de verbetering van de kwaliteit van de basisondersteuning en zal bovendien het streven naar inclusief onderwijs niet bevorderen’, aldus BMC.
In het verlengde hiervan zou het volgens BMC ook goed zijn om de landelijke norm voor basisondersteuning op te nemen als onderdeel van het curriculum van lerarenopleidingen. ‘Op deze manier leren aanstaande leraren gedurende hun opleiding om zich de landelijke norm (…) eigen te maken en die toe te passen in de dagelijkse praktijk’, aldus BMC.
‘Iets anders nodig’
De minister laat nu weten dat hij niets kan met het advies van BMC. Er is volgens hem ‘echt iets anders nodig’. Hij gaat daarom leerlingen, ouders en leraren inschakelen. ‘Leraren weten als geen ander wat er nodig is om duidelijkheid te krijgen en wat leerlingen en ouders van hen mogen verwachten. En ouders en leerlingen weten als geen ander wat zij nodig hebben’, aldus Wiersma.
Hij vervolgt: ‘Uiteraard hoeft bij de uitwerking hiervan het wiel niet opnieuw te worden uitgevonden, er ligt al veel werk en er zijn goede voorbeelden in het land te vinden. Hierover ga ik graag snel met de vertegenwoordiging van leraren en ouders in gesprek zodat we afspraken kunnen maken over wanneer er een uitgewerkte landelijke norm ligt en wat er nodig is om aan de slag te gaan.’