Het aantal voortijdig schoolverlaters (vsv’ers) is verder afgenomen, meldt minister Jet Bussemaker van OCW in een brief aan de Tweede Kamer.
‘De teller staat nu op 22.948 nieuwe vsv’ers (voorlopig cijfer). Dat betekent dat er in schooljaar 2015/2016 ruim 1400 vsv’ers minder waren dan het jaar ervoor’, aldus Bussemaker.
De afname is volgens haar te danken aan ‘de voortdurende inzet van docenten, RMC1-medewerkers, leerplichtambtenaren, loopbaanbegeleiders, verzuimcoördinatoren, wethouders en andere betrokkenen binnen scholen en gemeenten’. Ze noemt het ‘een prestatie om trots op te zijn’.
In het schooljaar 2001-2002 waren er nog 71.000 vsv’ers. Er is sprake van voortijdig schoolverlaten als een jongere het onderwijs verlaat zonder een diploma op minimaal havo-, vwo- of mbo-2-niveau.