In het voortgezet onderwijs zijn in 2013-2014 minder leerlingen geschorst of verwijderd dan in het schooljaar daarvoor. Dat meldt de Inspectie van het Onderwijs.
Het aantal leerlingen dat voor kortere tijd van het onderwijs werd geschorst, nam af met 10 procent tot 4835. Gemiddeld worden leerlingen voor drie dagen geschorst. Het aantal verwijderde leerlingen daalde met ongeveer 7 procent tot 555.
De meest voorkomende redenen voor schorsing of verwijdering zijn fysiek geweld tegen medeleerlingen, verbaal geweld tegen personeel en storend gedrag binnen de lessen.
De groep geschorste leerlingen in 2013-2014 bestond voor ruim driekwart uit jongens. De meeste meldingen van schorsing en/of verwijdering betreffen leerlingen in het praktijkonderwijs of het vmbo. Denominatie van de school blijkt nauwelijks verschil te maken.
In de vier grote steden ligt het percentage schorsingen en verwijderingen met 1,6 procent van de leerlingen tweeënhalf keer zo hoog als gemiddeld over het land. In de provincie Overijssel komen naar verhouding de minste schorsingen en verwijderingen voor: daar gaat het om 0,1 procent van de leerlingen.