De Sociaal-Economische Raad (SER) adviseert om het voor onder anderen leraren aantrekkelijker te maken om meer uren te gaan werken. Het advies staat in het teken van de krapte op de arbeidsmarkt.
Nederland telt internationaal gezien veel deeltijdwerkers en het aantal mensen dat voltijd werkt daalt gestaag. Dat is onder andere het geval in het onderwijs. Het gevolg hiervan is dat er relatief veel personeel nodig is. Als leraren minder in deeltijd gaan werken, kan dat het lerarentekort verminderen of zelfs helemaal oplossen.
Potentieel benutten
De SER wijst erop dat werkgevers een belangrijke rol spelen om het potentieel goed te benutten. ‘Uiteraard is het verhogen van de deeltijdfactor alleen kansrijk wanneer het aantal contracturen klopt met het daadwerkelijk aantal gewerkte uren. In het onderwijs (…) werken mensen vaak méér uren dan op hun contract staat en gaan mensen minder werken om een betere balans te krijgen tussen werk en privé en om duurzaam inzetbaar te blijven.’
Een grotere arbeidsdeelname moet bovendien wel lonen. Daarom roept de SER op de lasten op arbeid te verlagen. ‘De relatief hoge marginale tarieven op arbeidsinkomsten (…) werken verstorend op arbeidsdeelname en ontmoedigen direct om meer uren te werken’, aldus de raad.
Duurzame inzetbaarheid
De SER wijst er bovendien op dat het behouden van personeel net zo belangrijk is als het aantrekken van meer mensen. Daarvoor is het nodig om in te zetten duurzame inzetbaarheid, bijvoorbeeld door een betere begeleiding van starters. Ook denkt de SER dat het onderwijs kan leren van het bedrijfsleven. Zo zouden scholen traineeships kunnen gaan aanbieden.
Een ander punt dat de SER noemt, is dat het onderwijs slimmer zou kunnen inzetten op innovaties, bijvoorbeeld door gebruik te maken van de mogelijkheden die digitalisering biedt.