In de Miljoenennota staat de al langer genoemde extra bijdrage van 270 miljoen euro voor de salarissen van de leraren in het primair onderwijs. Het kabinet presenteert het als een van de hoofdpunten van het beleid voor 2018.
De extra bijdrage voor de lerarensalarissen in het primair onderwijs wordt aldus verwoord:
Het kabinet investeert 270 miljoen euro in de verbetering van en nieuwe afspraken over de arbeidsvoorwaarden primair onderwijs. Deze middelen worden via een nota van wijziging bij de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap toegevoegd aan de begroting voor 2018.
Het bedrag van 270 miljoen euro is goed voor een salarisverhoging van ongeveer 3 procent. De sociale partners in het primair onderwijs, die zijn verenigd in PO Front, beschouwen dat als veel te mager. Om hun eisen kracht bij te zetten, hebben ze voor op 5 oktober een staking in het primair onderwijs aangekondigd, ook om geld af te dwingen voor werkdrukverlaging.
Onderwijs grootste begrotingspost
In de Miljoenennota, die op Prinsjesdag is gepresenteerd, staat ook dat er voor 2018 een bedrag van 37,2 miljard euro is geserveerd voor onderwijs, cultuur en wetenschap. Daarmee is dit de grootste post die het kabinet alleen financiert met de belastingopbrengsten. Er gaat bijna 10,5 miljard euro naar primair onderwijs en ruim 8,1 miljard euro naar voortgezet onderwijs.
Het kabinet merkt verder op dat de onderwijsuitgaven -ook na correctie voor prijsstijgingen- vanaf 2006 harder zijn gestegen dan de groei van de economie, maar uit de Miljoenennota blijkt ook dat de uitgaven voor met name zorg en de sociale zekerheid harder zijn gestegen.
Excellent en breed toegankelijk onderwijs
Onderwijs wordt in de Miljoenennota genoemd als instrument van het overheidsbeleid om ‘de baten van globalisering zo breed mogelijk’ te laten ‘neerslaan’. Het gaat het demissionaire kabinet om overheidsbeleid dat gericht is op ‘een excellent en breed toegankelijk onderwijsstelsel’. Een dergelijk stelsel draagt eraan bij ‘dat zo veel mogelijk Nederlanders diploma’s halen die van waarde zijn op de arbeidsmarkt’.
Miniminister van Financiën
Het was voor de laatste keer dat minister Jeroen Dijsselbloem namens het inmiddels demissionaire kabinet-Rutte II in de Tweede Kamer de Miljoenenota presenteerde. Opmerkelijk is dat hij dat samen met de 12-jarige Haci Nuh deed.
Deze jongen zit op de Openbare Scholengemeenschap Hugo de Groot in Rotterdam. In maart jongstleden, toen hij nog in groep 8 van de Da Costaschool zat, werd hij in het kader van de Week van het Geld benoemd tot ‘miniminister’ van Financiën, omdat hij had laten zien heel goed met geld te kunnen omgaan.
Dijsselbloem benadrukte in de Kamer dat een goede begroting rekening houdt met de toekomst en dus met de belangen van de huidige jeugd. Hij zei ook dat Haci over 30 jaar wel eens minister van Financiën zou kunnen zijn.