Leraren in het basisonderwijs zijn overwegend positief over de manier waarop hun school zich inzet voor kinderen die in armoede leven. Dat blijkt uit onderzoek van DUO Onderwijsonderzoek en Didactief.
De helft van de 700 leerkrachten die aan het onderzoek meewerkten, vindt dat de school voldoende doet voor kinderen die in armoede leven. Een kwart vindt dat de school iets meer en slechts 2 procent dat de school veel meer zou moeten doen. Bijna een kwart van de leerkrachten heeft er geen mening over.
Geen vrijwillige ouderbijdrage
De meest genoemde maatregel die scholen nemen, is het doorverwijzen van ouders met weinig geld naar hulporganisaties. Andere maatregelen zijn het instellen van een potje voor deelname aan bijvoorbeeld schoolreisjes en geen vrijwillige ouderbijdrage vragen aan ouders met weinig geld.
Uit het onderzoek blijkt dat één op de acht scholen geen specifieke maatregelen neemt.
In het decembernummer van magazine Naar School! van VOS/ABB staat een artikel over de wijze waarop openbare scholengemeenschap Winkler Prins in Veendam omgaat met het armoedeprobleem. Deze school zet coaches in om ouders met weinig geld de weg te wijzen naar financiële ondersteuning.