Meer geld voor het primair onderwijs gaat de problemen van de hoge werkdruk en het lerarentekort niet oplossen als er geen stappen worden gezet naar ‘een meer professioneel vermogende beroepsgroep’. Dat stellen hoogleraar Mirko Noordergraaf van de Universiteit Utrecht en universitair docent Nina van Loon van Aarhus Universitet in een opiniestuk in Trouw.
Noordegraaf en Van Loon deden in 2015 onderzoek voor het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek, en hun bevindingen waren dat leraren onvoldoende geëquipeerd zijn om proactief om te gaan met de uitdagingen van hun vak.
Het gaat hierbij volgens hen om ‘veranderende omstandigheden’, zoals ‘nieuwe technologieën in de klas, nieuwe leermethoden, gedragsproblemen, verwachtingen van ouders, maatschappelijke opgaven zoals integratie, eisen van de inspectie, maatwerk of een soepele overgang naar vervolgonderwijs’.
Dit is een serieus probleem, benadrukken Noordegraaf en Van Loon, ‘want als leerkrachten onvoldoende vermogen hebben om proactief met deze problemen om te gaan, presteren ze minder en ervaren ze meer stress’.
Dit is een mechanisme dat met meer salaris niet wordt opgelost, zo schrijven ze. ‘Zo blijken leerkrachten die minder sterk opereren vooral in deeltijd te werken.’ Verder blijkt uit hun onderzoek onder andere dat leraren met veel stress weinig ondersteuning vragen en krijgen van collega’s, minder hoog zijn opgeleid en ook dat ze zich niet laten bijscholen.