Nog te vaak wordt de omvang van een school bepaald door de zoektocht naar efficiency, terwijl ook waardes als gemeenschap en kwaliteit de optimale schaalgrootte bepalen. Leerlingen en docenten moeten hierin een grotere stem krijgen. Dat stelt voorzitter Edith Hooge van de Onderwijsraad in een opiniestuk in het Financieele Dagblad.
De zoektocht naar de optimale schaalgrootte is volgens Hooge niet alleen belangrijk vanuit bedrijfseconomisch perspectief. ‘Zoeken naar efficiëntie is weliswaar legitiem omdat onderwijs met schaarse publieke middelen wordt gefinancierd, maar voor goed onderwijs zijn andere waarden minstens zo belangrijk. Zoals de waarde van gemeenschap, die tot uiting komt in gedeelde ervaringen, deel uitmaken van de groep, en gezien en gekend worden.’
Wat volgens haar cruciaal is bij besluiten over hoe groot of klein een school moet zijn, is wat mensen daarbij voelen en ervaren. Beleidsmakers en bestuurders kunnen hierover het best in gesprek gaan met leerlingen en docenten, ‘want zij kunnen feilloos aangeven waar het om gaat’, aldus Hooge.