De Kinderombudsman roept scholen in het aardbevingsgebied in Groningen op meer aandacht te besteden aan de angstgevoelens van de jeugd. Veel kinderen en jongeren zijn bang voor aardschokken, slapen slecht en hebben last van spanningen in huis.
Dit concludeert de Kinderombudsman in het rapport Vaste grond gezocht. Volgens kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer is het hoog tijd dat er aandacht komt voor deze groep: ‘Te lang zijn de kinderen in het aardbevingsgebied vergeten’.
Concentratieproblemen in aardbevingsgebied
In het rapport staat dat kinderen in het Groningse aardbevingsgebied over het algemeen weinig praten over de problemen. Pas wanneer er gericht wordt doorgevraagd, geven ze aan last te hebben van de gevolgen van aardbevingen, die onrust, onzekerheid en spanningen in huis veroorzaken.
Op jongere kinderen heeft dat de meeste impact. Een kleine groep kinderen meldt grotere problemen te hebben, zoals overmatig piekeren, concentratieproblemen en controledrang. Vooral kinderen die al kwetsbaar zijn, bijvoorbeeld vanwege een verstandelijke beperking of problemen thuis, lijken hier last van te hebben.
In het gebied wonen 30.000 kinderen. Er moeten 41 scholen bouwkundig worden versterkt. Voor het onderzoek zijn leerlingen tussen 10 en 18 jaar ondervraagd. Zij zijn via de scholen benaderd. Hun ouders zijn apart geïnformeerd over het onderzoek.
Signalering verbeteren
Omdat er weinig aandacht voor is, schiet volgens de kinderombudsvrouw de signalering tekort en krijgen kinderen te weinig hulp. Scholen en hulpverlenende instanties moeten volgens haar met een gezamenlijke aanpak komen om de signalering te verbeteren en hulp te bieden aan kinderen die last hebben van de spanning. Ook zouden scholen en gemeenten de jeugd beter moeten informeren over de aardbevingen en het verstevigen van huizen en gebouwen.
VOS/ABB besteedde in 2015 aandacht aan de kinderen in het aardbevingsgebied. Op de openbare scholen in Loppersum en Zeerijp leren kinderen dat ze bij een aardschok onder de tafels moeten kruipen.