In een brief aan de Tweede Kamer over het groeiende lerarentekort schetst staatssecretaris Sander Dekker van OCW vijf oplossingsrichtingen.
In de brief van Dekker staat dat in het primair onderwijs in 2020 een tekort wordt geraamd van ruim 4000 fte aan leraren en schoolleiders, oplopend naar ruim 10.000 fte in 2025. Hij merkt daarbij op dat er regionale verschillen zijn. ‘In sommige regio’s is nog weinig van het tekort te merken, maar in de Randstad zijn nu al problemen om bij ziekte vervangers te vinden en daar lopen de tekorten ook het snelst op’, aldus de staatssecretaris.
In het voortgezet onderwijs is het geraamde tekort met 800 fte in 2020 en ruim 1200 in 2025 relatief beperkt. Ook hier blijft volgens Dekker de vacaturedruk echter onverminderd hoog bij een aantal tekortvakken, waaronder de vreemde talen en de bètavakken.
De staatssecretaris schetst in zijn brief vijf oplossingsrichtingen:
- Verhogen van de in-, door- en uitstroom van de lerarenopleidingen: als meer studenten kiezen voor de lerarenopleiding en deze succesvol afronden, dan zijn er straks meer leraren beschikbaar.
- Bevorderen van zij-instroom: als meer mensen zich omscholen naar een carrière in het onderwijs of kiezen voor een duobaan, dan draagt dat ook bij aan het terugdringen van het tekort.
- Behoud van leraren voor het onderwijs: als leraren langer in het onderwijs blijven werken of deeltijders meer uren gaan werken, dan maken we beter gebruik van het potentieel dat er al is.
- Activeren stille reserve: hierbij gaat het zowel om leraren die een bevoegdheid hebben maar in een andere sector werken als om leraren die om welke reden dan ook helemaal niet meer werken.
- Beloning en carrièreperspectief: de status en het imago van het lerarenberoep worden mede bepaald door beloning en het carrièreperspectief.
Dekker baseert zich voor deze oplossingsrichtingen op een evaluatie van het CAOP en doorrekeningen van CentERdata.