Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blikt in het kader van het huidige lerarentekort in het primair onderwijs terug op de situatie in de jaren 50. Ook toen was er een groot tekort aan leraren. Eén op de drie klassen telde destijds meer dan 40 leerlingen.
Het lerarentekort in de jaren 50 was een gevolg van de zogenoemde babyboom: na de Tweede Wereldoorlog werden veel baby’s geboren en dat was ook al het geval in de laatste jaren van de oorlog. ‘Die extra geboorten leverden vanaf 1949 ook extra lagereschoolleerlingen op. Het ministerie raamde begin jaren vijftig het lerarentekort al op 3,2 duizend in 1956. Pas in 1963 zou het tekort naar verwachting verdwenen zijn’, zo meldt het CBS.
In 1953 zaten in 34 procent van de klassen 41 of meer leerlingen. Het gemiddelde aantal leerlingen was 36,3. Na 1953 ging de gemiddelde klassengrootte naar beneden. In 1963 was het minder dan 33. Nu ligt het aantal iets boven de 23 leerlingen.