Het lijkt erop dat de leraren in het primair onderwijs kunnen rekenen op meer geld. Volgens diverse berichten in de media sturen de coalitiepartners VVD en PvdA in de gesprekken over de begroting voor 2018 aan op een verhoging van de lerarensalarissen. Het onderwerp zou ook worden besproken in de formatieonderhandelingen van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie.
Het is nog niet zeker of de lerarensalarissen in het primair onderwijs omhoog gaan, maar het lijkt erop dat er wordt gesproken over een uitruil: de PvdA zou hogere lerarensalarissen in de wacht kunnen slepen als er ook meer geld komt voor veiligheid. Dat is een wens van de VVD en ook van het CDA en de ChristenUnie.
De kans dat de lerarensalarissen in het primair onderwijs gelijk worden getrokken met die in het voortgezet onderwijs, zoals PO in Actie wil, lijkt nihil. De PvdA maakte in haar verkiezingsprogramma melding van een verhoging van 3,25 procent. Dat zou neerkomen op een structurele kostenpost van ongeveer 400 miljoen euro per jaar.
Het bedrag dat nu in de media de ronde doet, bedraagt 270 miljoen euro per jaar. Dat zou goed kunnen zijn voor een salarisverhoging van 2,2 procent. Voor een beginnende leraar in het primair onderwijs zou dat een salarisverhoging kunnen betekenen van bruto grofweg 60 euro per maand.
Toon over lerarensalarissen is milder
Voor de zomervakantie dreigde PvdA-vicepremier Lodewijk Asscher ermee niet zijn handtekening onder de begroting van 2018 te zetten als er niet meer geld voor de leraren in het primair onderwijs zou komen. VVD-premier Mark Rutte en de liberale fractieleider Halbe Zijlstra reageerden daar furieus op.
De scherpe opstelling van Asscher en de woedende reacties van Rutte en Zijlstra hadden op het laatste moment nog een kabinetscrisis kunnen inluiden, maar inmiddels is hun toon een stuk milder geworden. Voorafgaand aan de eerste ministerraad na de zomervakantie toonde PvdA-minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën zich positief over de kans dat de salarissen in het primair onderwijs omhoog kunnen.