De verantwoordelijkheid voor het leerlingenvervoer ligt bij de gemeenten en niet bij de samenwerkingsverbanden voor passend onderwijs. Daarom kan het leerlingenvervoer niet worden opgenomen in ontwikkelingsperspectief voor leerlingen die extra ondersteuning op school nodig hebben. Dat meldt onderwijsminister Arie Slob in een brief aan de Tweede Kamer.
Slob reageert met zijn brief op het voorstel van het netwerk Ieder(in) voor mensen met een beperking of chronische ziekte om het leerlingenvervoer op te nemen in het ontwikkelingsperspectief. Ieder(in) trok dit najaar aan de bel, omdat veel ouders bij de start van het nieuwe schooljaar klaagden over problemen met het leerlingenvervoer.
De minister wijst er in zijn brief op dat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in de modelverordening leerlingenvervoer heeft opgenomen dat de gemeente bij de beoordeling van de aanvraag van een vervoersvoorziening het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband zou moeten betrekken. Maar dat betekent volgens hem niet dat het in het ontwikkelingsperspectief thuishoort.
Hij wijst er verder op dat het de taak van de gemeenteraden is om te controleren of de kwaliteit van het leerlingenvervoer voldoende is en dat hij geen basis ziet om de inspraak van ouders bij leerlingenvervoer wettelijk vast te leggen.