Leerlingen met een niet-westerse migratieachtergrond doen het beter in het onderwijs. Hun opleidingsniveau stijgt en ze beheersen het Nederlands beter dan hun ouders. Dat meldt het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in het rapport Integratie in zicht?.
Bij kinderen met een Turkse of Marokkaanse achtergrond is de beheersing van de Nederlandse taal volgens het SCP gestaag toegenomen. Daarbij merken de onderzoekers wel op dat Turkse Nederlanders het vaakst moeite hebben met het Nederlands. Minder dan de helft (43 procent) van de ouders met een Turkse achtergrond spreekt vaak of altijd Nederlands met hun kinderen.
Niet-westerse leerlingen zijn beter gaan lezen
In het basisonderwijs lopen niet-westerse kinderen zowel bij begrijpend lezen als rekenen hun achterstand op autochtone Nederlandse leerlingen in, maar er is nog wel verschil. Die achterstandspositie kan volgens het SCP grotendeels worden toegeschreven aan verschillen in het opleidingsniveau van de ouders.
In het voortgezet onderwijs valt op dat leerlingen met een niet-westerse migratieachtergrond nog altijd veel vaker in de lagere vmbo-leerwegen en het praktijkonderwijs zitten. Wel is het aandeel migrantenleerlingen in hogere niveaus van het voortgezet onderwijs in de afgelopen jaren toegenomen. Het SCP ziet dat het voortijdig schoolverlaten in het voortgezet onderwijs bij zowel niet-westerse als autochtone leerlingen afneemt.