Veel gemeenten zijn te karig met onderwijshuisvesting. Het is goed dat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) dat nu erkent.
Een woordvoerder van de VNG bevestigt in het Algemeen Dagblad dat veel gemeenten voor onderwijshuisvesting nog rekenen met bedragen die in de jaren 80 zijn vastgesteld. Iedereen weet dat je daar niet meer mee uitkomt, omdat de eisen die tegenwoordig aan schoolgebouwen worden gesteld (veel) meer geld vergen.
Het gevolg is dat er maar weinig nieuwbouw is en dat leerlingen en personeel in slechte schoolgebouwen blijven zitten. Dit probleem wordt erger nu de economische crisis min of meer voorbij is en bouwbedrijven weer meer geld voor grote klussen kunnen vragen.
Bij VOS/ABB roepen we al jaren dat er meer geld naar onderwijshuisvesting moet. De gemeenten kunnen simpelweg niet meer met sterk verouderde bedragen blijven rekenen. Budgettair is dat voor hen wellicht interessant en ik snap ook wel dat er bij veel gemeenten al jaren fors wordt bezuinigd, maar voor het onderwijs is dit een buitengewoon slechte zaak. Kijk maar naar het slechte binnenklimaat van veel schoolgebouwen uit de jaren 60 en naar de torenhoge energiekosten in dergelijke gebouwen. Dat kunnen we ook in het kader van de klimaatdiscussie niet meer maken!
Nu ook in het primair onderwijs het buitenonderhoud is gedecentraliseerd – de schoolbesturen zijn daar in het voortgezet onderwijs al jarenlang verantwoordelijk voor – is het voor gemeenten aantrekkelijk om aan te dringen op renovatie. De praktijk leert echter dat dat voor veel besturen niet te betalen is. Die doen daarom liever een aanvraag voor nieuwbouw, waarvoor de gemeente verantwoordelijk is. Zo blijven we met z’n allen in een kringetje ronddraaien.
Een voorstel om daar uit te komen, kwam onlangs van onze huisvestingspartner HEVO: het moet wettelijk worden vastgelegd dat schoolbesturen en gemeenten samen de kosten voor de renovatie van schoolgebouwen dragen. Als dat wettelijk wordt vastgelegd, kan dat veel verlammend gesteggel voorkomen. Bovendien kunnen gemeenten dan geld besparen, omdat renovatie over het algemeen goedkoper is dan nieuwbouw.
Een ander punt is dat de situatie zoals hierboven geschetst de vraag rechtvaardigt of het Rijk een taak heeft om de gemeenten beter in staat te stellen om waar nodig de nieuwbouw van scholen nu eindelijk eens goed van de grond te laten komen. Ook is het verstandig om de vraag te stellen of de situatie het noodzakelijk maakt om budgetten van onderwijshuisvesting bij de gemeenten duidelijk te oormerken.