Bewoners van plattelandsdorpen waar voorzieningen zoals de basisschool verdwijnen, zijn de afgelopen jaren niet negatiever gaan denken over de leefbaarheid van hun woonplaats. Dat staat in het rapport Dorpsleven tussen stad en land van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).
Het SCP schrijft dat leefbaarheid in dorpen vaak in verband wordt gebracht met voorzieningen, zoals de aanwezigheid van een basisschool. ‘In de dorpen in krimpgebieden zijn wat meer voorzieningen aanwezig dan in andere dorpen, maar hun aantal nam (…) wel sneller af. Dorpen in krimpregio’s bij de stad verloren vooral levensmiddelenzaken, zoals bakkers en slagers; in de dorpen in afgelegen krimpregio’s sloten deze winkels ook regelmatig hun deuren en verdwenen daarbij relatief vaak de laatste basisschool, het café of de supermarkt’, zo staat in het rapport.
Toch gingen dorpsbewoners volgens het SCP hun dorpen tussen 2011 en 2014 niet als minder leefbaar ervaren, ook niet die in krimpregio’s. ‘Ondanks de demografische ontwikkelingen en de sluiting van voorzieningen in de krimpende delen van het platteland zien wij in de beleving van bewoners en hun betrokkenheid bij het dorpsleven geen tekenen van toenemende contrasten binnen het Nederlandse platteland.’