Basisscholen krijgen vanwege carnaval niet twee, maar drie weken de tijd om de digitale doorstroomtoets af te nemen. Dat meldt onderwijsminister Mariëlle Paul in een brief aan de Tweede Kamer.
Met name in het zuiden van het land was er bezwaar tegen de afnameperiode 5-16 februari, omdat in het weekend van 10 februari carnaval begint. Veel scholen in van oudsher katholieke regio’s organiseren in de week die daaraan voorafgaat carnavalsactiviteiten.
Het ministerie van OCW meldde eerder na een vraag hierover dat de scholen hun carnavalsactiviteiten maar moesten verzetten. Dennis Wiersma, die toen nog minister was, zei dat dit een onhandige opmerking was. De scholen hoefden wat hem betreft hun carnavalsactiviteiten niet te verzetten in verband met de afname van de doorstroomtoets, omdat die toets volgens hem voldoende flexibiliteit zou bieden. Aan het afnamemoment veranderde hij niets, dus in de carnavalsregio’s bleven de bezwaren bestaan.
Wiersma’s opvolger, Mariëlle Paul, van wie de wortels in carnavalsprovincie Noord-Brabant liggen, meldde onlangs dat zij met de betrokken organisaties in gesprek wilde over de viering van carnaval en de planning van de doorstroomtoets. Het resultaat van die gesprekken is dat de afnameperiode met een week wordt verlengd. Dit betekent dat scholen vanaf 29 januari de doorstroomtoets kunnen afnemen.
Let wel: dit geldt alleen voor de digitale doorstroomtoets. De data waarop de papieren doorstroomtoets wordt afgenomen (6-7 februari) blijven staan.