Het wetsvoorstel van de demissionaire PvdA-minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor langer betaald ouderschapsverlof voor partners is op de lange baan geschoven. De Tweede Kamer heeft het van de agenda gehaald om Asscher een hak te zetten.
De ministerraad ging in september 2016, toen het nog koek en ei was tussen de coalitiepartners VVD en PvdA, akkoord met het wetsvoorstel van Asscher om het betaald kraamverlof voor partners te verlengen van twee naar vijf dagen. Er was afgesproken dat de Tweede Kamer het nog in de demissionaire periode van het huidige kabinet zou bespreken, maar op het laatste moment is het van de agenda gehaald.
Dit is een wraakactie van de partijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie die onderhandelen over de vorming van een nieuw kabinet. Het besluit om het wetsvoorstel niet meer te bespreken, volgt op de stellingname van Asscher dat desnoods het demissionaire kabinet extra geld moet uittrekken voor een verhoging van de lerarensalarissen en verlaging van de werkdruk in het primair onderwijs.
Coalitiepartner VVD en de andere partijen die onderhandelen over de vorming van een nieuwe regering vinden in tegenstelling tot Asscher dat het niet aan het demissionaire kabinet is om extra geld uit te trekken voor de lerarensalarissen. Zij zijn zo boos over de volgens hen ongepaste stellingname van Asscher, dat ze zijn wetsvoorstel voor langer ouderschapsverlof voor partners uit wraak on hold hebben gezet.
Bij Asscher maakte dat op Twitter de volgende reactie los:
Erg jammer voor gezinnen dat uitbreiding #vaderschapsverlof wordt tegengehouden. Vanavond ben ik bij mn kinderen #nadeelvoordeel
— Lodewijk Asscher (@LodewijkA) June 29, 2017