Leraren en schoolleiders in het voortgezet onderwijs moeten hun deskundigheid vergroten op het gebied van toetsen. Dat is een van de adviezen van een commissie die de kwaliteit van de schoolexamens heeft onderzocht.
Directe aanleiding voor het onderzoek was het examendebacle bij VMBO Maastricht. Daar verklaarde de Inspectie van het Onderwijs vlak voor de zomervakantie alle eindexamens ongeldig. De reden daartoe was dat de leerlingen hun schoolexamens bij één of meer vakken niet hadden afgerond.
Ondergeschoven kindje
De Commissie Kwaliteit Schoolexaminering concludeert in het rapport Een volwaardig schoolexamen dat de kwaliteitsborging van de schoolexamens in het voortgezet onderwijs over het algemeen niet in orde is. ‘Het schoolexamen is een ondergeschoven kindje geworden’, vindt de commissie.
Uit het onderzoek blijkt dat de kwaliteitsborging te veel een administratief proces is. Scholen zijn vooral druk met het tijdig versturen van documenten naar de Inspectie van het Onderwijs. Ook beschikken docenten en examensecretarissen niet vanzelfsprekend over de benodigde toetsdeskundigheid. De commissie stelt tevens vast dat directeuren, schoolbesturen en inspectie te weinig corrigeren als dat nodig is.
De commissie komt met vier adviezen:
- Waardeer en verbeter de verbinding tussen schoolexamen en onderwijsvisie
- Bewaak het afsluitende karakter van het schoolexamen
- Neem de examencommissies op in het Eindexamenbesluit VO
- Zorg voor meer deskundigheid bij leraren en schoolleiding
Goede handvatten
De VO-raad neemt de adviezen over. Voorzitter Paul Rosenmöller zegt dat het rapport ‘goede handvatten’ biedt om de kwaliteit van de schoolexamens te verbeteren.
Hij benadrukt dat dit een opdracht is van de scholen en de overheid. ‘Gezamenlijk zullen we de condities moeten creëren om het schoolexamen terug te brengen tot zijn oorspronkelijke doel’, aldus Rosenmöller.