De kwaliteit van leermiddelen voldoet niet aan de verwachtingen uit het onderwijsveld. Dat blijkt uit een peiling onder ruim 2500 leraren, schoolleiders, schoolbestuurders en andere onderwijsprofessionals. De uitkomsten van de peiling hebben geleid tot het manifest ‘Meer grip op kwaliteit leermiddelen’. Daarover bericht de PO-Raad.
De peiling is uitgevoerd in opdracht van onder meer de PO-Raad, VO-Raad, AOb, CNV en AVS na signalen uit het onderwijsveld over de kwaliteit van leermiddelen en de marktwerking in de leermiddelenmarkt.
Ongeveer de helft van de respondenten geeft aan zorgen te hebben over de grote hoeveelheid lesstof en het gebrek aan zicht op wat bijdraagt aan het behalen van kerndoelen/eindtermen. Voor zo’n 60 procent is niet duidelijk op basis van welke wetenschappelijke kennis keuzes zijn gemaakt. Zo geeft een van de respondenten aan dat er veel materiaal wordt aangeboden waarbij de wetenschap al heeft aangetoond dat het niet werkt. Ook past het aanbod vaak niet bij leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte, aldus een andere deelnemer aan de peiling.
Stijgende kosten
Naast de kwaliteit van de leermiddelen is ook de verplichte afname van verschillende leermiddelen, die niet afzonderlijk kunnen worden ingekocht, een pijnpunt. Ruim 81 procent van de respondenten geeft aan zich daar zorgen over te maken. Daarnaast zijn de stijgende kosten van leermiddelen voor driekwart van de respondenten reden tot zorg.
Op basis van de resultaten uit de peiling pleiten initiatiefnemers voor meer regie uit het onderwijsveld, meer flexibiliteit vanuit marktpartijen en het wegnemen van zorgen over stijgende kosten. Dat doen zij in het manifest ‘Meer grip op kwaliteit leermiddelen’, dat op 12 juni aan de Tweede Kamer is aangeboden.