De christelijke profielorganisatie Verus is tegen een eventuele verplichting voor scholen om hun leerlingen het Wilhelmus te leren, zegt scheidend Verus-voorzitter Wim Kuiper in Trouw. Directeur Hans Teegelbeckers van VOS/ABB is het met hem eens.
Het plan om het Wilhelmus te verplichten op scholen komt van CDA-leider Sybrand van Haersma Buma, die nu met VVD, D66 en ChristenUnie onderhandelt over de vorming van een nieuw kabinet. Voorafgaand aan de Tweede Kamerverkiezingen in maart zei Buma dat er in Nederland geen grotere waarde is dan het koningshuis en dat het volkslied daarbij hoort. Het liefst ziet hij dat kinderen op school het Wilhelmus staand zingen.
Voorzitter Kuiper van Verus zegt nu dat de politiek zich niet moet gaan bemoeien met de inhoud van het onderwijs. ‘Op veel van onze scholen heeft het volkslied zelfs al een plek. Maar bijzondere scholen zijn, nog meer dan openbare scholen, gevoelig voor de vrijheid die ze hebben om hun onderwijs zelf te mogen vormgeven. Ze zullen denken: nu is het misschien het Wilhelmus, maar wat komt daarna?’, aldus Kuiper in Trouw.
Naar aanleiding van het stuk in de krant, sprak Radio 1 met Kuiper. Hij benadrukte in dat gesprek de onwenselijkheid van invloed van de politiek op de inhoud van het onderwijs. Hij maakte daarbij een verwijzing naar het onderwijs in het Turkije van ‘meneer Erdogan en zijn mensen’.
U kunt het gesprek met Kuiper terugluisteren.
Wilhelmus in Canon van Nederland
Directeur Hans Teegelbeckers van VOS/ABB laat in reactie op de uitspraken van Kuiper weten dat ook hij tegen een verplichting van het Wilhelmus is. Hij wijst er net als Kuiper op dat het volkslied al een plaats heeft in het onderwijs. ‘Het Wilhelmus zit weliswaar niet expliciet in de kerndoelen van het onderwijs. Wel wordt het genoemd bij het onderwerp Willem van Oranje in de Canon van Nederland, maar die is niet verplicht opgenomen in het onderwijscurriculum.’
Teegelbeckers nuanceert de uitspraak van Kuiper over de openbare scholen door te benadrukken dat die net zoveel waarde hechten aan de vrijheid van inrichting van het onderwijs als bijzondere scholen. ‘Het lijkt nu net alsof de overheid op openbare scholen meer invloed heeft op het onderwijs dan op bijzondere scholen, maar dat is allang niet meer zo. Ook het openbaar onderwijs bepaalt zelf hoe het invulling geeft aan de kerndoelen.’