Schoolbesturen in een krimpregio zijn zelf verantwoordelijk voor een dekkend onderwijsaanbod en ze hoeven echt niet te rekenen op extra geld. Dat blijkt uit antwoorden van staatssecretaris Sander Dekker van OCW op Kamervragen van de VVD over de situatie van het voortgezet onderwijs in Zeeuws-Vlaanderen.
De Kamervragen van VVD-Kamerleden Karin Straus en André Bosman volgden op een artikel in de Provinciale Zeeuwse Courant over een brandbrief die vier vo-scholen in april stuurden aan de Zeeuws-Vlaamse gemeenten Sluis, Hulst en Terneuzen.
De afzenders van die brief waren de openbare scholengemeenschap De Rede in Terneuzen, het algemeen bijzondere Zwin College in Oostburg, de samenwerkingsschool Zeldenrust-Steelant College in Terneuzen en de Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs Hulst.
Onacceptabel scenario
Zij vroegen in hun brandbrief steun aan de gemeentebestuurders voor een pleidooi om extra geld. Ze gaven aan dat ze zonder extra geld niet langer hetzelfde onderwijsaanbod kunnen blijven bieden. Dat is volgens hen ‘een onacceptabel scenario’.
Het extra geld is volgens de scholen nodig voor een andere organisatie, digitale hulpmiddelen bij de inrichting van schooloverstijgend onderwijs, vervoer van leerlingen en/of docenten tussen scholen en het op niveau houden van passend onderwijs.
Samenwerking in krimpregio
In zijn antwoorden bevestigt staatssecretaris Dekker dat ook in krimpgebieden elke leerling recht heeft op onderwijs dat bij hem of haar past. Uitgangspunt voor een dekkend onderwijsaanbod is volgens hem dat schoolbesturen in de regio daar zelf verantwoordelijk voor zijn en dat ze het aanbod met elkaar moeten afstemmen.
De staatssecretaris benadrukt dat het ministerie van OCW al geruime tijd in gesprek is met de betrokken schoolbesturen in ZeeuwsVlaanderen om hen te ondersteunen en met hen mee te denken. ‘In deze gesprekken staan de plannen van de scholen en de ervaren belemmeringen centraal’, aldus Dekker.
Geen extra geld
Hij wijst er verder op dat met subsidie van OCW van 2010 tot 2015 de Onderwijsautoriteit Zeeland (OAZ) actief is geweest, ook in Zeeuws-Vlaanderen, om te helpen bij het opzetten van een plan voor een toekomstbestendig onderwijsaanbod. ‘Daarna hebben de Zeeuws-Vlaamse besturen met succes een beroep gedaan op de regeling regionale
procesbegeleiders van OCW’, zo meldt de staatssecretaris.
Hij vervolgt: ‘Mede dankzij deze inzet is het de besturen gelukt het techniekonderwijs in het vmbo gezamenlijk te organiseren in het Centrum voor Toptechniek in Terneuzen. Ook hebben ze plannen gemaakt om samen te werken bij de overige onderwijssoorten, onder andere door de inzet van ICT voor afstandsonderwijs. Deze initiatieven zijn stappen in de goede richting.’ In de komende tijd zullen de besturen deze samenwerking moeten intensiveren, vindt Dekker.
In de antwoorden van Dekker staat niets over extra geld, terwijl de scholen voor voortgezet onderwijs in Zeeuws-Vlaanderen daarom zitten te springen.