Stijn Harder uit Bloemendaal heeft vrijdag, op Kleine Prinsjesdag, als Koning van de Jeugd in de Ridderzaal in Den Haag zijn Troonrede voorgelezen. Daarin zei hij onder andere dat hij koning wil zijn voor álle kinderen, dus ook voor leeftijdgenoten die naar Nederland zijn gevlucht.
De 15-jarige leerling van het interconfessionele Mendelcollege in Haarlem werd in maart tijdens een door Unicef georganiseerd debattoernooi in Arnhem benoemd tot Koning van de Jeugd. Hij zet zich dit jaar in voor de kinderrechten in Nederland.
In zijn Troonrede zei Harder onder meer dat hij koning is van álle kinderen in Nederland, dus ook van ‘kinderen die op de vlucht zijn en huis en haard achtergelaten hebben’. Hij vertelde over een ontmoeting met de eveneens 15-jarige Almoëd uit Syrië, die in het asielzoekerscentrum in Alkmaar zit.
‘Vroeger had hij een prima leven. Net als ik, een warm gezin, een goede school en vrienden. Alle kans er een mooi leven van te maken. Toen brak er oorlog uit. Alles was van de ene op de andere dag anders en ze moesten op de vlucht. Hij heeft dagen door de woestijn gelopen met zijn moeder, zijn broers en zijn kleine zusje aan zijn hand. Bijna verdronken in een gammel bootje naar Griekenland. Een lange, moeilijke reis dwars door Europa en uiteindelijk veilig in Nederland’, aldus Harder.
De Koning van de Jeugd pleit ervoor om kinderen als Almoëd welkom te heten, ook op de scholen in Nederland. ‘Vluchtelingen verdienen een veilige plek en zijn een verrijking voor ons allemaal. Wij kunnen veel van hen en hun verhaal leren. En zij van ons.’