Voor een klein schoolbestuur is het vrijwel onmogelijk om alle bestuurlijke, onderwijskundige en administratieve taken goed uit te voeren. Dat staat in een brief van onderwijsminister Arie Slob over het beëindigen van het onderwijskundige experiment op de 34 leerlingen tellende openbare Jan Ligthartschool in het Groningse dorp Westerbroek.
Het experiment ging in 2017 met goedkeuring van toenmalig staatssecretaris Sander Dekker van OCW van start. De Verenigde Zelfstandige Dorpsscholen werd erbij betrokken. Het experiment richtte zich op de instandhouding van dit kleine basisschooltje met hulp van dorpsbewoners. Het doel was om hen zowel inhoudelijk als facilitair actief te betrekken bij het onderwijsproces.
Moeizame samenwerking
Het ministerie van OCW volgde de voortgang van het experiment. Het bleek volgens Slob dat de samenwerking met het dorp moeizaam tot stand kwam. De Inspectie van het Onderwijs signaleerde dat de onderwijskwaliteit onvoldoende was. Bovendien bleef de noodzakelijke groei van het aantal leerlingen uit.
Uit onderzoek van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) kwam naar voren dat het experiment om verschillende redenen niet goed van de grond kwam. Dat kwam volgens de EUR onder andere doordat het voor een klein schoolbestuur zoals dat van de Jan Ligthartschool vrijwel onmogelijk is om alle bestuurlijke, onderwijskundige en administratieve taken goed uit te voeren.
Er is volgens de onderzoekers op zich wel goed onderwijs mogelijk op een kleine basisschool, maar het dreigt volgens hen al snel onwerkbaar te worden als daar de bestuurlijke en administratieve taken bij komen.
Experiment beëindigd
De Raad van Toezicht van de Jan Ligthartschool liet in april weten dat de school in Westerbroek fuseert met openbare basisschool De Driebond in het dorp Engelbert. ‘Daarmee houdt de Jan Ligthartschool (…) op te bestaan en zal het experiment worden beëindigd’, aldus de minister in zijn brief aan de Tweede Kamer.