De ketenbepaling van de Wet werk en zekerheid (WWZ) zal van januari tot en met maart niet van kracht zijn. Dit moet de invalproblematiek in het (bijzonder) onderwijs verlichten, zo staat in een brief van minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de Tweede Kamer.
Het buiten werking stellen van de ketenbepaling betekent dat in de maanden januari, februari en maart, wanneer de ziektevervanging over het algemeen het meest nijpend is, tijdelijke contracten voor ziektevervanging niet meetellen voor de WWZ.
Het aantal contracten voor een vervanger is onbeperkt in deze maanden, maar de afzonderlijke contracten moeten wel kortdurend zijn (maximaal 14 dagen).
Wanneer er in de cao voor 2018 geen nieuwe afspraken zijn gemaakt, kan in het begin van dat jaar deze tijdelijke regeling ook worden gebruikt.
Minister kan afwijken van ketenbepaling
De tijdelijke verlichting van de vervangingsproblematiek is het resultaat van overleg tussen de PO-Raad, de onderwijsbonden en verkenner Jacques Tichelaar. Hij is door minister Asscher aangesteld om de problemen met de WWZ in het onderwijs in kaart te brengen.
De afspraak past binnen de ruimte die de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft om van de WWZ af te wijken.
Bijzonder onderwijs
De vervangingsproblematiek speelt tot nu toe in het bijzonder onderwijs, omdat daar de WWZ geldt. Dat is nog niet het geval voor het openbaar onderwijs, omdat de werknemers daar de status van ambtenaar hebben. De WWZ is nog niet van toepassing op ambtenaren, maar dat gaat veranderen vanwege de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren.
Informatie: Helpdesk, 0348-405250 van 08.30 tot 12.30 uur, helpdesk@vosabb.nl