Er is in Nederland vrijwel geen katholieke school voor voortgezet onderwijs waar lessen over religie en levensbeschouwing onder de noemer ‘godsdienst’ vallen. Protestantse scholen kiezen nog wel voor die term. Dit blijkt uit onderzoek van de christelijke profielorganisatie Verus, de Vrije Universiteit in Amsterdam en de Vereniging van Docenten Levensbeschouwing en Godsdienst (VDLG).
Het onderzoek richtte zich op godsdienst en levensbeschouwing als schoolvak. Een belangrijke conclusie is volgens Verus dat dit vak in de ogen van de vakdocenten heel breed is. Het gaat volgens hen onder meer over kennis over religies en levensbeschouwingen, maar ook over vorming.
Er zijn bijna geen docenten die het als ‘geloofsonderwijs’ beschouwen. Ook bidden komt nauwelijks nog in de lessen voor. Het wordt niet meer als een confessioneel vak gezien.
Godsdienst uit de gratie
Uit het onderzoek komen grote verschillen tussen katholieke en protestantse scholen naar voren als het gaat om de inhoud en de naam van het vak.
‘Er is vrijwel geen katholieke school waar het vak ‘godsdienst’ heet. Men kiest daar voor de bredere vakterm ‘levensbeschouwing’ als een ‘kijk op het leven’. Protestantse scholen kiezen veel meer voor de naam en de inhoud ‘godsdienst’, al dan niet samen met levensbeschouwing’, aldus Verus.
Trouw heeft aandacht besteed aan het onderzoek. In het artikel Katholieke middelbare scholen minder ‘godsdienstig’ dan protestantse zegt onderzoekster Gerdien Bertram-Troost onder andere dat het vak godsdienst steeds verder wordt uitgehold.