Kansenongelijkheid is een ‘nieuwe fetisj’ om ‘de aandacht af te leiden’ van het echte probleem in het basisonderwijs, namelijk dat de leraar en kennisoverdracht niet meer centraal staan. Dat stellen hoogleraar Anna Bosman van de Radboud Universiteit in Nijmegen en directeur Sezgin Cihangir van het Nederlands Mathematisch Instituut op de opiniepagina van Trouw.
Volgens hen richt de pabo zich op ‘het opleiden van leerkrachten met generieke ‘vaardigheden’, waardoor de vakinhoudelijke kwaliteit de afgelopen decennia gestaag is afgenomen’. Ze noemen dit ‘dumbing down’, oftewel simplificatie van de opleiding, waardoor veel leerkrachten niet meer foutloos zouden kunnen rekenen en schrijven of onvoldoende taalkennis zouden hebben.
Ontdekkend leren
In hun opiniestuk gaan ze ook in op ‘de pedagogische cultuur waarin kennisoverdracht steeds meer plaats heeft gemaakt voor ‘ontdekkend leren’, waarbij de leerkracht nog slechts een soort coach is’. Met ‘realistisch rekenen’ leren kinderen volgens Bosman en Cihangir niet goed rekenen.
Zij pleiten in hun stuk voor betere leerkrachten en efficiëntere lesmethoden ‘gericht op elementaire taal- en rekenvaardigheden’. Volgens hen wil iedereen die in het onderwijs werkt dit. Dat er desondanks niets gebeurt, komt volgens Bosman en Cihangir doordat onderwijskundigen het beleid bepalen, ‘en die willen altijd maar één ding: vernieuwen’.
Kennisoverdracht
‘Daarom hebben de beleidsmakers nu een nieuwe fetisj geïntroduceerd, om de aandacht van dit probleem af te leiden: ‘kansenongelijkheid”, aldus Bosman en Cihangir. Zij benadrukken dat ongelijkheid het beste kan worden bestreden met het opwaarderen van het leraarschap en radicale kwaliteitsverbetering met kennisoverdracht als basis.
In het maartnummer van magazine Naar School! staat een interview met Anna Bosman en opleider Erik Meester van de Radboud Universiteit over gepersonaliseerd leren dat volgens hen de sociale cohesie in Nederland bedreigt. Lees dat artikel: