Tegen de achtergrond van de democratische rechtsstaat mag van een school worden verwacht dat die zich open en respectvol opstelt ten aanzien van mensen met andere denkbeelden en haar onderwijs vormgeeft vanuit de principes gelijkwaardigheid en verbinding. Dat benadrukt tijdelijk minister Robbert Dijkgraaf voor Primair en Voortgezet Onderwijs in de kabinetsreactie op het advies Grenzen stellen, ruimte laten van de Onderwijsraad.
De Onderwijsraad stelt in het advies dat artikel 23 van de Grondwet over de vrijheid van onderwijs gebonden is aan de kaders van democratische rechtsstaat. Het gaat er met name om dat scholen niet mogen discrimineren op afkomst, religie, geaardheid en sekse en ook geen enkele leerling mogen indoctrineren. Bovendien benadrukt de Onderwijsraad dat burgerschap een belangrijke plaats inneemt in wat de raad de common ground noemt.
Gelijkwaardigheid en verbinding
In de kabinetsreactie staat onder andere dat, in lijn met het advies van de Onderwijsraad, de democratische rechtsstaat en de waarden die daaruit volgen eisen én beperkingen stelt aan de uitgedragen visie van de school. Zo mag van een school worden verwacht dat die zich open en respectvol opstelt ten aanzien van mensen met andere denkbeelden en haar onderwijs vormgeeft vanuit gelijkwaardigheid en verbinding. Andersom mogen bij een school vraagtekens worden gezet als die leerlingen isoleert en ongelijkwaardigheid propageert.
Een ander punt dat het kabinet benadrukt, is dat scholen altijd bereid moeten zijn om over hun visie in gesprek te gaan, binnen de eigen schoolgemeenschap, met de inspectie en met de samenleving als geheel.