De Inspectie van het Onderwijs bezoekt al jaren minder basisscholen dan de bedoeling is. Dit melden de NOS en Nieuwsuur. De inspectie benadrukt dat effectiviteit van het toezicht belangrijker is dan hoeveel scholen er worden bezocht.
In 2021 liet het ministerie van OCW de toezegging los dat elke basisschool eens in de vier jaar door de inspectie zou worden bezocht. In plaats daarvan zouden de scholen regelmatig bezoek krijgen. Volgens de NOS en Nieuwsuur is hier geen sprake van, omdat de inspectie sindsdien niet meer zou zijn langsgegaan bij twee op de drie basisscholen.
Risicogerichte benadering
Staatssecretaris Mariëlle Paul van OCW heeft naar aanleiding van de berichtgeving van de NOS en Nieuwsuur een brief naar de Tweede Kamer gestuurd. Daarin staat dat de inspectie tegenwoordig een risicogerichte benadering kent. Deze benadering ‘zorgt ervoor dat er enerzijds een goed landelijk beeld is van de onderwijskwaliteit en anderzijds de capaciteit van de inspectie wordt ingezet, daar waar dat het hardst nodig is’, aldus Paul.
De inspectie laat in een reactie weten dat het voor effectief toezicht niet noodzakelijk is om elke school minimaal eens in de vier jaar te bezoeken. Bovendien benadrukt de inspectie dat de vierjaarlijkse bezoeken nooit een doel zijn geweest, zoals de NOS en Nieuwsuur wel beweren. ‘In de uitvoering zijn (…) soms ook keuzes gemaakt voor al dan niet geplande andere interventies. Hierbij stond de effectiviteit van de interventies voorop en minder het halen van specifieke aantallen.’