Scholen hebben ook in coronatijd gewerkt aan digitale geletterdheid en zich daar positief in ontwikkeld. Tegelijkertijd nam de ongelijkheid in digitale vaardigheden tussen leerlingen toe. Dat meldt Kennisnet op basis van het Praktijkonderzoek Digitale Geletterdheid.
Een van de conclusies uit het onderzoek is dat leerlingen zich weliswaar digitaal hebben ontwikkeld, maar dat een deel van hen nog over onvoldoende ICT-basisvaardigheden beschikt. Het vinden en openen van bestanden, het opslaan en verzenden van gemaakte opdrachten en het maken van documenten en presentaties bleken lastig.
Voor leerlingen die nog niet zo ICT-vaardig zijn, werd het leren tijdens de lockdown dubbel bemoeilijkt: zij misten de fysieke lessituatie én ondervonden extra problemen bij het uitvoeren van online thuisopdrachten.
‘Dit had leerachterstanden tot gevolg en het vergrootte de ongelijkheid tussen leerlingen. Daarnaast hadden niet alle leerlingen beschikking over een laptop of ander geschikt device. Ook hierdoor werd de leerachterstand groter en nam de ongelijkheid toe’, meldt Kennisnet.
Meer zelfvertrouwen bij leraren
Uit het onderzoek kwam ook naar voren dat de digitale vaardigheden bij leraren zijn vergroot en dat ze ook meer zelfvertrouwen hebben gekregen. De vaardigheden die leerlingen het hardst nodig hebben, zijn de vaardigheden zijn die leraren vaak al goed ontwikkeld hebben, merkt Kennisnet op.
‘Denk aan het structureren van documenten, het opslaan en delen van bestanden, presenteren en het bewust en netjes omgaan met digitale media en contacten.’