In het openbaar onderwijs is iedereen welkom. Elke leerling en elk personeelslid mag op basis van wederzijds respect laten zien wie hij of zij is. Dan mag het niet zo zijn dat homoseksuele leerkrachten wordt opgeroepen over hun geaardheid te zwijgen.
In de Vlaamse krant De Standaard stond onlangs een opiniestuk van rector Rik Torfs van de Katholieke Universiteit in Leuven. Hij reageerde op de volgens hem laffe houding van directeur-generaal Charles Huygens van het stedelijk (openbaar) onderwijs in Brussel.
Huygens had leraren aangeraden om over hun privéleven te zwijgen, omdat openbaar onderwijs neutraal moet zijn. Aanleiding voor het advies was dat de homoseksuele leerkracht David Degreef van een Brusselse schooldirecteur te horen had gekregen dat het niet verstandig zou zijn om tegenover leerlingen uit de kast te komen.
Torfs wijst erop dat de kwestie samenhangt met ‘enkele moslims die homoseksualiteit niet aanvaarden’. Het volgens hem verlicht klinkende argument van neutraliteit inroepen noemt Torfs laf, onnozel en gevaarlijk. Neutraliteit kan volgens hem alleen betrekking hebben op de school en niet op een leerkracht, omdat die een ‘volwaardig mens blijft en dus over al zijn mensenrechten beschikt’.
De Leuvense rector heeft gelijk: in het openbaar onderwijs kan iedereen op basis van wederzijds respect zijn wie hij of zij is. Of iemand nu hetero-, homo- of biseksueel is, dat mag voor het onderlinge respect niet uitmaken. Iedereen in het openbaar onderwijs, dus ook elke leraar, heeft recht op een eigen profiel, mening of seksuele geaardheid. Dat is een groot goed waarmee we zorgvuldig moeten omgaan.
Ritske van der Veen, directeur VOS/ABB