Het Openbaar Ministerie (OM) gaat in hoger beroep tegen de uitspraak in de zaak rond de doodgeschoten leerlinge Hümeyra van het Rotterdamse Design College. De rechtbank veroordeelde haar ex-vriend Bekir E. onlangs de 14 jaar gevangenisstraf en tbs voor doodslag. Het OM vindt echter dat er geen sprake was van doodslag, maar van moord.
Het OM had 20 jaar cel en tbs geëist voor moord, maar de Rotterdamse rechter achtte dat niet bewezen. Bekir E. zou niet een vooropgezet plan hebben gehad om het meisje te doden. Hij handelde uit boosheid, oordeelde de rechter. Het OM stelt dat E. wel degelijk een vooropgezet plan had. Daarom wil het OM dat hij wordt veroordeeld voor moord.
Het doodschieten van de 16-jarige Hümeyra op 18 december 2018 in de fietsenstalling van de Rotterdamse vmbo-school veroorzaakte een golf van ontzetting. De verontwaardiging werd nog groter, toen bleek dat politie, Openbaar Ministerie en verschillende hulpinstanties te weinig hadden gedaan om haar tegen haar gewelddadige ex te beschermen.