In het voorjaar van 2017 worden de resultaten bekendgemaakt van een onderzoek naar de mogelijkheden voor leraren om zich verder te ontwikkelen en te werken aan onderwijsvernieuwing. Dat staat in een brief van staatssecretaris Sander Dekker van OCW over een aangenomen motie van de Tweede Kamerleden Paul van Meenen (D66) en Loes Ypma (PvdA).
In hun motie staat dat er moet worden gestreefd naar naar een maximum van 20 lesuren per (fulltime) docent in het voortgezet onderwijs en acht dagdelen in het primair onderwijs.
Dekker laat in zijn brief direct weten dat hier geen geld voor is. ‘Wanneer dit voorstel rechtstreeks wordt bekostigd vanuit de overheid, vergt dit veel extra middelen waar thans geen dekking voor is. Wanneer dit voorstel op schoolniveau moet worden opgevangen, drukt dit in potentie zwaar op de schoolbegroting, de onderwijstijd van leerlingen en de grootte van de klassen.’
Duizenden extra leraren?
Toch laat hij een verkenning uitvoeren naar de mogelijkheden om leraren meer tijd en ruimte te bieden zich verder te ontwikkelen. Daarbij worden verschillende scenario’s bekeken. Zo zal worden gekeken of het mogelijk is meer onderwijs(ondersteunend) personeel aan te trekken.
Daar zet Dekker wel vraagtekens bij, omdat als het voorstel van Van Meenen en Ypma realiteit wordt, er in het primair onderwijs circa 14.000 en in het primair onderwijs ongeveer 12.000 fulltime werkende leraren bij moeten komen. Afgezien van de vraag of die aantallen er zijn, zou dat leiden tot zeker 1,8 miljard euro extra loonkosten.
Minder lesuren?
Een andere mogelijkheid die de staatssecretaris noemt, is het verminderen van het aantal uren dat leerlingen les krijgen. Met het huidige aantal leraren zou het gaan om circa 120 uur minder les per jaar in het primair onderwijs en circa 160 uur in het voortgezet onderwijs.
Een vermindering van het aantal lesuren kan volgens Dekker leiden tot een hogere werkdruk, omdat dezelfde onderwijsinhoud in minder uren moet worden aangeboden. Ook zou een vermindering van het aantal uren de onderwijskwaliteit kunnen aantasten. Een ander punt dat hij noemt, is dat ouders door een vermindering van de onderwijstijd problemen kunnen krijgen met de combinatie van werk en zorg.
Grotere klassen?
Een andere mogelijkheid die in de verkenning wordt meegenomen, is een vergroting van de klassen. Dekker noemt die mogelijkheid echter op voorhand ongewenst. Ook wordt gekeken naar een andere inrichting van het onderwijs, waarbij onder andere een grotere rol kan worden gegeven aan ICT.