Iets minder dan de helft van de schoolbesturen in het primair onderwijs heeft begrip voor een nieuwe staking onder leraren, waartoe PO Front oproept. Dat meldt de PO-Raad aan VOS/ABB op basis van een ledenpeiling. De sectororganisatie steunt de stakingsoproep.
In PO Front werkt de PO-Raad samen met de lerarengroep PO in Actie en de vakbonden. De nieuwe stakingsoproep staat in het teken van de volgens PO Front te lage salarissen en te hoge werkdruk in het primair onderwijs.
Staking en rol van werkgever
Dat iets minder dan de helft van de schoolbesturen begrip heeft voor de stakingsoproep, heeft volgens een woordvoerder van de PO-Raad te maken met hun rol van werkgever. Die rol zou volgens een deel van de leden van de PO-Raad moeilijk te verenigen zijn met een staking als middel om een doel te bereiken, in dit geval meer geld. Eén op de tien respondenten kan daarom geen begrip hebben voor een nieuwe staking.
De PO-Raad meldt verder dat 60 procent van de schoolbesturen het doel van de voorgenomen staking ‘direct steunt’. Als alle manieren van steun betuigen bij elkaar worden opgeteld, dan blijkt dat 84 procent van de respondenten dat doet. Volgens de woordvoerder van de sectororganisatie gaat het dan onder andere om het mede faciliteren van de staking, bijvoorbeeld in de vorm van een reiskostenvergoeding voor stakers en/of het beschikbaar stellen van een ruimte voor overleg.
5 oktober Den Haag
PO Front roept de leraren in het primair onderwijs op om op donderdag 5 oktober te gaan staken. Er zal dan een protestbijeenkomst zijn in Den Haag.
Voor de zomervakantie werd er een uur gestaakt. Dat mocht toen van PO Front geen ‘staking’ heten, maar een ‘prikactie’. Dat had te maken met het standpunt van PO Front dat leraren die daaraan meededen, moesten worden doorbetaald. In de oproep voor 5 oktober wordt dus wel het woord ‘staking’ gebruikt.
De Onderwijsjuristen van VOS/ABB leggen in een toelichting uit dat bij stakingen de hoofdregel ‘geen arbeid, geen loon’ van kracht is.