In het nieuwe stelsel volgens het wetsvoorstel Doorstroomtoetsen PO wordt het College voor Toetsen en Examens de centrale kwaliteitsbewaker. De uitvoering van en advisering over de normering voor alle doorstroomtoetsen ligt dan bij het Cito. Dat meldt onderwijsminister Dennis Wiersma in een brief aan de Tweede Kamer.
Op deze manier wil Wiersma juridisch waarborgen dat alle doorstroomtoetsen dezelfde normering volgen. Het is de bedoeling dat dan het oorspronkelijk door het Cito ontwikkelde model geldend zal zijn. ‘Met het nieuwe toetsstelsel kan ik blijven instaan voor betrouwbare toetsadviezen, behouden scholen hun keuzevrijheid, en beschikt de inspectie over adequate gegevens voor het toezicht’, aldus Wiersma.
De minister wil af van het huidige ‘hybride toetsstelsel’, omdat dit volgens hem leidt tot problemen omtrent de vergelijkbaarheid van eindtoetsen en de betrouwbaarheid van referentieniveaus. In opdracht van het ministerie van OCW heeft het Cito een model gemaakt om de normeringsprocessen te harmoniseren, ‘zodat de uitslagen voor alle leerlingen op een gelijke manier tot stand komen, ongeacht welke toets hij of zij maakt’.