Er is geen reden om aan te nemen dat het handschrift van de gemiddelde leerling op de basisschool achteruitgaat. Dat stelt staatssecretaris Sander Dekker van OCW in antwoord op Kamervragen.
De Tweede Kamerleden Frank Futselaar en Peter Kwint van de SP stelden vragen aan Dekker, omdat zij hadden vernomen dat ‘de schrijfvaardigheid van leerlingen achteruit holt’ en dat ‘het schrijfonderwijs rammelt’. Zij verwijzen bij hun vragen naar een onderzoek uit 2009.
Handschrift (net) voldoende
Dekker wijst er in zijn antwoorden op dat het Cito in 2012 het meest recente peilingsonderzoek naar handschriftkwaliteit van leerlingen heeft uitgebracht. Daaruit blijkt volgens hem ‘dat de handschriften van leerlingen in groep 8 als (net) voldoende worden beoordeeld door leerkrachten’.
Hij verwijst ook naar een vergelijkbaar onderzoek uit 1999 en meldt daarbij dat ‘er geen significante verschillen in leesbaarheid en mate van verzorging van het handschrift van leerlingen tussen beide peilingen’ zijn gevonden. Hij zegt daarom geen reden te hebben om aan te nemen dat de handschriftontwikkeling van leerlingen achteruitgaat.